Certificaat Instellingen

Dit deel beschrijft hoe uw certificaatvoorkeuren in te stellen en hoe de Certificatenbeheerder, Apparatenbeheerder en andere aan certificaten gerelateerde dialoogvensters te gebruiken.

Voor stap-voor-stap beschrijvingen van verschillende taken die gerelateerd zijn aan certificaten, bekijk Certificaten gebruiken.

In dit deel:

Certificaatvoorkeuren

Certificatenbeheerder

Apparatenbeheerder

Certificaatinformatie en -beslissingen

 


Privacy & Veiligheid Voorkeuren - Certificaten

Dit deel beschrijft het gebruik van het Certificaten voorkeurenpaneel. Volg deze stappen om Certificaatvoorkeuren weer te geven:

  1. Open het menu Bewerken en kies Voorkeuren.
  2. Kies Certificaten onder de categorie Privacy & Veiligheid. (Indien geen subcategorieën zichtbaar zijn, dubbelklik Privacy & Veiligheid dan om de categorie uit te vouwen.)

 

Cliënt certificaat selectie

Sommige webstekken vereisen dat u zich met een certificaat identificeert. De optie die u hier selecteert bepaalt hoe Navigator het certificaat identificeert dat zal worden aangeboden uit de certificaten die u gearchiveerd heeft:

 

Certificaten beheren

Certificaten zijn de digitale equivalent van identiteitskaarten—ze helpen andere mensen om u te identificeren en u om anderen, webstekken en organisaties te identificeren.

Klik op Certificaten beheren om de certificaten die u gearchiveerd heeft te bestuderen of in te stellen.

 

Veiligheidsapparaten beheren

Een veiligheidsapparaat is een hardware of software apparaat dat uw certificaten en sleutels opslaat. Bijvoorbeeld, een smart card is een veiligheidsapparaat. Uw bladerprogramma heeft een eigen ingebouwd software veiligheidsapparaat en u kunt extra veiligheidsapparaten, zoals smart cards, op hetzelfde moment gebruiken.

Klik op Veiligheidsapparaten beheren om uw veiligheidsapparaten te bestuderen of in te stellen.

Vertaald door Taco Witte, 6 juni 2002.

Bijgewerkt door Martijn Ras, 16 mei 2003.