Als je de OSsen installeert, let er dan op dat ze allemaal geinstalleerd worden op partities waarvan kan worden opgestart. Ik heb zowel Windows 95 als Windows NT op Fat 16 partities geinstalleerd, dus deze procedure werkt met Fat 16 disks. Als je besluit Fat32 voor Windows 95 en NTFS voor Windows NT te gebruiken, controleer dan of jouw versie van Linux dat ondersteunt en in welke mate.
Installeer Windows 95 op je eerste drive. Dit zal je C: drive worden. Denk er aan om Windows 95 opstart schijven aan te maken als je er om gevraagd wordt.
Ik merkte dat het beter is als de Linux drive van het systeem verwijderd is als je Windows 95 installeert, zodat deze nooit gedetecteerd wordt en voor zover het Windows 95 aangaat, niet bestaat.
Op dit moment zou je, als je alles goed hebt gedaan, Windows 95 moeten kunnen opstarten.
Installeer Windows NT 4.0 op je tweede drive. Maak de partitie die je creeert op deze drive bootable. Niet alle versies van Linux ondersteunen NTFS, dus heb ik een FAT16 partitie aangemaakt om veilig te zitten en omdat ik gegevens uit wilde wisselen tussen de Windows drives.
Als Windows NT zichzelf installeert, zal het de aanwezigheid van Windows 95 opmerken en er een optie voor in de NT OS loader neerzetten. Je moet drie opties in het OS loader menu kunnen zien:
Windows NT Workstation Version 4.00
Windows NT Workstation Version 4.00 [VGA mode]
Microsoft Windows
Nu zou je, als je alles goed hebt gedaan, moeten kunnen kiezen tussen opstarten met Windows NT en Windows 95.
Installeer Linux op je derde drive. Toen ik Linux installeerde had ik alleen Windows 95 geinstalleerd dus voegde ik de Windows 95 partitie toe aan Lilo. Je kunt rustig alle OSsen als optie installeren als je LILO installeert, maar je kunt ook het Lilo configuratie bestand later aanpassen. Ik zal laten zien hoe het /etc/lilo.conf bestand er uit moet zien in het volgende deel. Wanneer Linux geinstalleerd is, zou je met Linux moeten kunnen opstarten.