Het is verstandig wat informatie over de configuratie van je hardware te verzamelen vóór de installatie. Zorg dat je de verkoper en het modelnummer van elke kaart In je machine kent; verzamel de IRQ's en DMA channelnummers. Je hebt deze informatie waarschijnlijk niet nodig -- maar als het er op aankomt, zul je het zeer hard nodig hebben.
Als je een "dual-boot" systeem wilt (Linux en DOS of Windows of beiden), herschik (herpartitioneer) dan je disk om ruimte voor Linux vrij te maken. Als je verstandig bent, maak je eerst een backup!
Controleer de BIOS instellingen van je machine als je een EIDE/ATAPI CDROM hebt (normaal tegenwoordig), om te zien of het de mogelijkheid biedt van CD-ROM te booten. De meeste machines gefabriceerd na halverwege 1997 kunnen dit.
Als de jouwe zich daartussen bevindt, wijzig je de instellingen zodanig dat de CD-ROM als eerste wordt gecontroleerd. Dit bevindt zich vaak in een 'BIOS FEATURES' submenu van de BIOS configuratiemenu's.
Doe dan de installatie CD-ROM in het station. Reboot. Je bent van start gegaan.
Als je een SCSI CDROM hebt, kun je hier vaak nog steeds van booten, maar is het wat meer afhankelijk van het moederbord/de BIOS. Degenen die voldoende wetem dat ze een paar extra dollars voor een SCSI-CDROM station uitgeven, weten waarschijnlijk ook voldoende om hier achter te komen.
Maak installatiediskettes aan.
Boot een installatie mini-Linux vanaf de diskettes om toegang te kunnen krijgen tot de CD-ROM.
Prepareer de Linux bestandssystemen. (Je zult in deze fase de diskpartitie wijzigen als je dit niet eerder deed.)
Installeer een basisproductie Linux vanaf de CD-ROM.
Boot Linux vanaf de harde schijf.
(Optioneel) Installeer meer packages vanaf CD-ROM.
Hier zijn de basisonderdelen van een installeerbare distributie:
De README en FAQ bestanden. Deze zijn gewoonlijk te vinden in de top-level directory van je CD-ROM en leesbaar zodra de CD-ROM onder Linux is gemount. (Afhankelijk van hoe de CD-ROM werd gegenereerd, kan het zelfs zijn dat ze zichtbaar zijn onder DOS/Windows.) Het is verstandig deze bestanden te lezen zodra je er toegang toe hebt, om kennis te nemen van belangrijke updates of wijzigingen.
Een aantal bootdisk images (vaak te vinden in een subdirectory). Als je CD-ROM niet bootable is, zul je één van deze bestanden naar een diskette wegschrijven om de opstartdiskette aan te maken. Je selecteert één van de hier bovenstaande bootdisk-images, afhankelijk van het type hardware dat je in je systeem hebt.
Het punt hier is dat een aantal hardwaredrivers op vreemde wijze een conflict met elkaar opleveren, en in plaats van proberen hardwareproblemen op je systemen te debuggen, is het eenvoudiger een bootdiskette-image te gebruiken met daarop alleen die drivers te activeren die je nodig hebt. (Dit heeft het prettige neveneffect dat dit je kernel kleiner maakt).
Een rescue diskimage. Dit is een disk met een basiskernel en tools voor herstel bij calamiteiten voor het geval er iets mis gaat.
RAWRITE.EXE. Dit is een MS-DOS programma dat de inhoud van een bestand (zoals een bootdisk-image) direct naar een diskette weg zal schrijven, ongeacht het formaat van de diskette.
Als je van plan bent je boot- en rootdiskettes vanaf een MS-DOS systeem aan te maken, heb je alleen RAWRITE.EXE nodig. Als je in plaats daarvan toegang hebt tot een UNIX werkstation met een diskettestation, kun je de diskettes van daaraf aanmaken met de opdracht `dd', of wellicht een door de verkoper geleverd aangemaakt script. Zie de manpage voor dd(1) en vraag je plaatselijke UNIX goeroes om assistentie. Verderop in dit document staat een voorbeeld met dd.
De CD-ROM zelf. Het doel van de bootdisk is je machine klaar te stomen voor het laden van de root- of installatiediskettes, wat op hun beurt gewoon devices zijn voor het voorbereiden van je harde schijf en het kopiëren van delen van de CD-ROM ernaartoe. Je kunt booten en direct verdergaan met het voorbereiden van je disk als je CD-ROM opstartbaar is.