Een bijgewerkte lijst met ondersteunde kaarten en typen chipsets is te vinden op de 4.1.0 status pagina.
De documentatie die bij je video-adapter is opgenomen zou aan moeten geven welke chipset is gebruikt. Als je overweegt een nieuwe videokaart aan te schaffen of een nieuwe computer met een nieuwe videokaart gaat kopen, vraag de verkoper dan wat het model, het merk en de chipset van de videokaart is. Mogelijk is het nodig dat de verkoper de technische ondersteuning namens jou moet bellen; gewoonlijk zijn verkopers hier wel toe bereid. Veel verkopers van PC-hardware zullen aangeven dat de videokaart een "standaard SVGA-kaart" is, die op je systeem zou moeten werken. Leg dan uit, dat de software (waarmee Linux en XFree86! wordt bedoeld), niet alle videochipsets ondersteunt, en dat je gedetailleerde informatie nodig hebt.
Je kunt de chipset van je videokaart ook vaststellen door het opstarten van het programma SuperProbe dat is opgenomen in de XFree86 distributie. Dit wordt hieronder in meer detail behandeld.
Ondersteunde videokaarten werken met alle bustypen, inclusief ISA en VLB en PCI.
Een probleem waarmee ontwikkelaars van XFree86 worden geconfronteerd, is dat een aantal fabrikanten van een aantal videokaarten niet-standaard mechanismen gebruiken voor het vaststellen van de klokfrequenties die worden gebruikt om de kaart aan te sturen. Een aantal van deze fabrikanten geven ook geen specificaties uit, waarin wordt beschreven hoe de kaart kan worden geprogrammeerd, of ze verlangen van ontwikkelaars dat ze tekenen voor het niet verhullen van de verkregen informatie. Dit zou duidelijk de vrije distributie van de XFree86 software beperkingen opleggen, iets waartoe het XFree86 ontwikkelaarsteam niet bereid is. Lange tijd was dit met bepaalde videokaarten die door Diamond werden gefabriceerd een probleem, maar sinds release 3.1 van XFree86, is Diamond samen gaan werken met het ontwikkelaarsteam om vrije drivers voor deze kaarten uit te geven.
De aanbevolen setup voor XFree86 onder Linux is een 486'r of beter met ten minste 8 meg RAM, en een videokaart met een chipset uit bovengenoemde lijst. Voor optimale performance raden we aan gebruik te maken van een accelerated kaart, zoals een kaart met S3-chipset. Je zult de documentatie voor XFree86 er op na moeten slaan of je specifieke kaart wordt ondersteund voordat je de sprong gaat wagen en dure hardware aan gaat schaffen.
Even terzijde, het Linux systeem van Matt Welsh zelf was een 486DX2-66, met 20 megabyte RAM, voorzien van een VLB S3-864 chipset kaart met 2 megabyte DRAM. Hij voerde X-benchmarks op deze machine uit, net als op Sun Sparc IPX werkstations. Het Linux systeem was globaal 7 maal sneller dan de Sparc IPX (voor de nieuwsgierigen, XFree86-3.1 met deze videokaart onder Linux, draait in de buurt van 171,000 xstones; de Sparc IPX in de buurt van 24,000). Gewoonlijk zal XFree86 op een Linux systeem met een accelerated SVGA kaart je een betere performance leveren dan die op commerciële UNIX-werkstations (die gewoonlijk eenvoudige framebuffers voor grafische afbeeldingen gebruiken).
Je hebt op je machine minstens 4 meg fysiek RAM nodig, en 16 meg virtueel RAM (bijvoorbeeld 8 meg fysiek RAM en 8 meg swap). Denk eraan dat hoe meer fysiek RAM je hebt, des te minder het systeem van en naar disk zal swappen wanneer er weinig geheugen over is. Omdat het swappen als zodanig langzaam is (disks zijn erg traag in vergelijking met geheugen), is 8 meg RAM of meer nodig om XFree86 comfortabel te kunnen draaien. 16 is beter. Een systeem met 4 meg fysiek RAM zou wel eens heel veel langzamer (tot wel 10 keer) kunnen draaien dan een systeem met 8 meg of meer.