Verder Terug Inhoud

3. Configureren van een kernel voor de ZIP drive

Om de ZIP-drive onder Linux te kunnen gebruiken, moet je een kernel hebben geconfigureerd met ondersteuning voor het SCSI-systeem, ondersteuning voor SCSI-disks, en ondersteuning voor de hostadapter die je gebruikt. Als je niet bekend bent met het bouwen van een kernel, zou je ter informatie de Linux Kernel HOWTO moeten lezen.

Je moet het proces van het bouwen van een kernel beginnen met de configuratie-stap. Hier identificeer je de specifieke kernelcomponenten die je nodig hebt. Eerste stap cd /usr/src/linux. Er zijn in feite verscheidene manieren om de configuratie uit te voeren. Onder X-Window gebruik ik make xconfig. Er is ook nog make menuconfig of make config voor opdrachtregel prompts. De makkelijkste manier is met xconfig.

In het deel SCSI Support stel je in SCSI support = Y. Stel ook SCSI disk support = Y in.

In het deel SCSI low-level drivers wil je instellen IOMEGA Parallel Port ZIP drive SCSI support = M. De M staat voor modules.

Zoek en stel in de sectie Character Devices naar Parallell Printer support = M.

Als je hier wat onzeker over bent, gebruik dan zdisk voor het aanmaken van de make stap. Hiermee zal de kernel worden gebouwd en op een diskette worden geïnstalleerd. Als je het op één of andere manier verknoeit, heb je op de harddisk nog steeds een goed opstartbaar systeem.

Bouw de kernel nu met deze stappen:

hint als je een uitvoerlog wilt genereren van de make zImage stap, kun je de volgende opdracht gebruiken:

make zImage 2>&1 | tee zImage.out

Dit is echt goed om te doen, als je compileerfouten of andere conflicten hebt in de configuratie, heb je nu een bestand met de foutmeldingen of compileerfouten. Dit maakt het vragen om hulp veel makkelijker.

Je zult ook de modules ergens moeten laden. Op mijn systeem voegde ik gewoon een aantal regels toe aan het bestand boot.local.

Mijn systeem is Suse 5.3 en dit bestand staat in /etc/rc.d. De lokatie van dit bestand zal per distributie anders zijn, maar er zal zich ergens een bestand bevinden, voor de lokale wijzigingen die tijdens het opstarten worden gemaakt. Je zou het bestand dat toepasbaar is voor je distributie moeten gebruiken.

shutdown en reboot nu je computer.

Je kunt alles of een deel van het SCSI-systeem ook als modules bouwen. Als je dit doet, zorg er dan voor dat je scsi.o laadt, vervolgens sd.o en als laatste de driver voor je hostadapter, voordat je de ZIP-drive probeert te benaderen.

3.1 SCSI-versie

Als je reeds een SCSI-disk in je systeem hebt en de ZIP-drive aan dezelfde controller verbindt, is er geen aanvullende kernelconfiguratie vereist. Anders is het zeer waarschijnlijk dat je een nieuwe kernel moet bouwen.

Als je een kernel bouwt om de SCSI-versie van de ZIP-drive te ondersteunen, zou je `SCSI support' en `SCSI disk support' moeten selecteren. Je moet ook een driver selecteren voor de interface-kaart, die je zult gaan gebruiken. Als je een ZIP Zoom hebt, selecteer dan de aha152x driver.

Wees er zeker van dat je de documentatie voor de adapter in de SCSI HOWTO en enige README bestanden in de drivers/scsi subdirectory van de Linux source tree leest. Schenk aandacht aan de opdrachtregelparameters, die je misschien zal moeten gebruiken om de kernel te helpen je adapter te initialiseren.

Als je bijvoorbeeld gebruik maakt van de ZIP Zoom kaart, zul je iets toe moeten voegen als:

          aha152x=0x340,11,7,1

aan de bootopdracht (of voeg het toe aan je bestand /etc/lilo.conf in een append clausule). Hiermee wordt aan de driver het poortadres en de IRQ van je ZIP Zoom kaart kenbaar gemaakt - zorg dat je de nummers gebruikt, die met de manier waarop je jumpers zijn ingesteld, corresponderen.

Je zou ook de BOOTPROMPT HOWTO van Paul Gortmaker moeten lezen voor informatie over het configureren van de kernel met LILO of LOADLIN.


Verder Terug Inhoud