Verder Terug Inhoud

11. Een aantal voorbeelden

11.1 magicfilter

magicfilter is een algemeen hulpmiddel om bestanden voor de printer te manipuleren. Het analyseert het type bestand dat moet worden afgedrukt en roept een filterscript aan om een passende mooie-afdruk te maken. Deze scripts worden vanuit lpd aangeroepen dat wordt gestart vanuit /etc/init.d/lpd dat wordt gestart vanuit init. Dus het pad is dat van init. Daarin staat niet /usr/bin/X11!

Mogelijk wil je een afdruk van PDF bestanden aan magicfilter doorgeven. Het is mogelijk dit te doen door gebruik te maken van /usr/bin/X11/xpdf. Nu moet je er aan denken om het volledige pad van de bestandsnaam op te geven omdat magicfilter het anders niet kan vinden. De meeste programma's die in magicfilter worden gebruikt hebben het volledige pad niet nodig, omdat ze in /bin of /usr/bin staan.

11.2 Afdrukken vanuit X applicaties

Je kunt de PRINTER omgevingsvariabele gebruiken om aan te geven welke printer je gebruikt. Echter het zou kunnen dat je bemerkt dat het in een aantal gevallen bij X applicaties verloren is gegaan.

Je moet er aan denken dat als de X sessie vanuit XDM is opgestart, de window manager de waarde van je shell login scripts heeft bepaald. Alle X applicaties die je vanuit een xterm hebt gestart hebben je PRINTER variabele. Als echter dezelfde applicatie vanuit een menu of window manager button is gestart, bevat het je PRINTER variabele niet.

In een aantal gevallen kan dit zijn geërfd van een nog lagere laag: een Netscape hulpapplicatie kan bijvoorbeeld wel of niet de beschikking over je PRINTER definitie hebben.


Verder Terug Inhoud