Er zal vanuit worden gegaan dat de ter zake doende netwerk-software modules van je Linux-distributie zijn geïnstalleerd en dat je de seriële poort die je zult gaan gebruiken als /dev/modem hebt ingesteld.
De standaardconfiguratie zal je meestal slechts als gebruiker
root
toegang geven tot /dev/modem.
Om direct contact te maken met ISP shell-accounts, en om met verbindingsreeksen te experimenteren, kun je het programma minicom gebruiken. Het is tamelijk eenvoudig in het gebruik.
Configuratie van de computer voor gebruik op het net zou moeten worden
gedaan als gebruiker root
. Zorg ervoor dat de volgende regel
in het bestand
/etc/hosts.deny staat:
ALL: ALL
voordat je verdergaat.
Je zou normaal gesproken jezelf willen toelaten, dus voeg de volgende regel toe aan /etc/hosts.allow:
ALL: LOCAL
Of als je er op staat:
ALL: 127.0.0.1
Bedenk dat het volgende voor die mensen is bedoeld, die zijn aangesloten via PPP en met een dynamisch IP adres. Als je het voordeel van een vaste verbinding hebt, zullen er een paar verschillen zijn.
Het is prettig om een naam aan de computer verbonden te hebben, een naam welke de dynamische IP-gebruiker echt kan selecteren zoals hij of zij dat wil. Plaats de naam in /etc/HOSTNAME:
roderick
De volgende stap is om de name server in /etc/resolv.conf in te stellen:
search .
nameserver 193.212.1.0
De name server moet door een numeriek IP-adres zijn aangegeven, en zal van ISP tot ISP anders zijn. Als dit is vereist, kun je tot drie verschillende servers voor laten komen, ieder op een aparte regel. Ze zullen in de volgorde, waarin ze staan, worden ondervraagd.
Als je namen zoals somemachine
zou willen gebruiken, als
afkorting voor somemachine.acme.xz
, moet je de eerste
regel vervangen door:
search acme.xz
Een bepaalde minimumconfiguratie is ook vereist in /etc/hosts. De meeste gebruikers hebben voldoende aan:
127.0.0.1 localhost
0.0.0.0 roderick
Degenen met een vast IP-adres zullen 0.0.0.0 uiteraard vervangen door dat vaste IP-adres.
Eveneens, een minimum /etc/networks is:
loopback 127.0.0.0
localnet 0.0.0.0
Je zou ook je externe maildomein in /etc/mailname:
acme.xz
in moeten stellen.
De gebruikersnaam en het wachtwoord bij de ISP moeten worden aangegeven in /etc/ppp/pap-secrets
dirk * PrettySecret
Voor de ISP's die gebruik maken van CHAP in plaats van PAP is de bestandsnaam /etc/ppp/chap-secrets.
Als laatste, de bijzonderheid betreffende de verbindingsprocedure zelf moet worden gespecificeerd voordat PPP kan worden geïnitialiseerd. Dit wordt gedaan in /etc/ppp/chatscript:
TIMEOUT 5
"" ATZ
OK ATDT12345678
ABORT "NO CARRIER"
ABORT BUSY
ABORT "NO DIALTONE"
ABORT WAITING
TIMEOUT 45
CONNECT ""
TIMEOUT 5
"name:" ppp
Het zou kunnen dat de details hier wat moeten worden aangepast.
Het telefoonnummer in de derde regel moet natuurlijk zoals vereist
zijn ingesteld. Voor een aantal gebruikers is het misschien nodig
om de initialisatie-string ATZ
van het modem te vervangen
door het iets meer aan te passen voor het modem dat wordt gebruikt.
De laatste regel specificeert dat men een prompt verwacht, die eindigt met
name:
, en dat de reactie
ppp
zouden moeten zijn, als het arriveert.
Andere systemen hebben mogelijk andere login-procedures.
Om de verbinding werkelijk op gang te brengen, kan het PPP-protocol worden begonnen door het volgende commando aan te roepen:
exec pppd connect \
'chat -v -f /etc/ppp/chatscript' \
-detach crtscts modem defaultroute \
user dirk \
/dev/modem 38400
We zouden nu `in de lucht' moeten zijn, houd dit zo, totdat het programma wordt beëindigd door het intikken van ctrl-C. Meldingen betreffende de verbinding zullen aan de systeemlogs worden toegevoegd.
Probeer ze te lezen:
tail /var/adm/messages
of
dmesg
Zolang PPP actief is, heb je directe toegang tot het Internet en kan je programma's zoals ftp, ncftp, rlogin, telnet, finger enz. gebruiken. Al deze programma's zouden onderdeel uit moeten maken van het netwerk-package.
Verdere informatie aangaande PPP is ook beschikbaar vanaf:
/usr/lib/ppp/README.linux-chat
Als laatste een extra woord over beveiliging. Het bestand /etc/inetd.conf somt alle services op, die je computer extern zal bieden. Met het bestand /etc/hosts.deny dat we hebben gemaakt, zal er geen externe toegang zijn toegestaan. Voor degene die het nodig hebben, moet toegang expliciet in /etc/hosts.allow zijn toegestaan. Lokaal verkeer kan worden toegestaan met:
ALL: LOCAL
Zie ook man 5 hosts_access
.
Een klein laatste punt: Er bestaat wat verwarring betreffende de namen van de POP protocollen. Een definitie in /etc/services compatibel met zo ongeveer alles is:
pop2 109/tcp pop-2 # PostOffice V.2
pop3 110/tcp pop-3 pop # PostOffice V.3
ALT: In plaats van chatscript, kan men de veel flexibelere dip gebruiken. Maar niet in combinatie met diald.
ALT: De gelukkigen met een permanente TCP/IP-verbinding via b.v. een Ethernet kunnen alles over PPP gerust negeren en beter beginnen zich te concentreren op het instellen van hun netwerkkaart.
ALT: Anderen hebben misschien niet de mogelijkheid om gebruik te maken van PPP, maar kunnen in plaats daarvan gebruik maken van SLIP, waarvoor op vrijwel dezelfde wijze ondersteuning is als voor PPP. Een andere mogelijkheid is UUCP. Weer anderen zijn afhankelijk van de uitwisseling van news en email door middel van SOUP. Een beschrijving van de laatste situatie kan worden gevonden in:
ftp://ftp.sol.no/user/bjorn/Linux-offline.tgz
Ook het TERM programma is een optie. Raadpleeg hiervoor de Term-HOWTO.