Dit voorbeeld zou moeten helpen de syntax te verduidelijken van de instellingen gedefinieerd in de vorige sectie, met een set kunstmatige data.
Laten we uitgaan van de volgende standaardinformatie (je kunt je eigen informatie gebruiken als je het beschikbaar hebt):
Printed Name = "Foo Foo" Account/User Name = "foofoo" Domain Name = "foofoo.org" Exchange/IMAP/LDAP Server = "192.168.1.25" |
NOOT: Voor een naadloze overgang, moet je zorgen dat de informatie precies overeenkomt met die opgeslagen op de Exchange Server. (dwz als je naam op de Exchange server "John B. Doe" is, dan moet je ervoor zorgen dat de `Printed Name' exact dezelfde waarde heeft).
Laten we er ook vanuit gaan dat je tot op heden Outlook hebt gebruikt, en wat berichten in "INBOX", "Sent Items", en "Drafts" hebt verzameld. Niet te vergeten de paar persoonlijke folders die je hebt aangemaakt in je "INBOX" op de server om je mail te categoriseren: "TODO", "DONE", en "Personal".
Hier zijn de instellingen die je aan zou moeten treffen in het bestand ~/.pinerc. In de meeste gevallen zal elke instelling leeg zijn (dwz "key=" zonder opgegeven waarde). Wanneer de standaardinformatie wordt ingevoerd, ziet het er zo uit:
user-domain=foofoo.org smtp-server=192.168.1.25 inbox-path={192.168.1.25/user=foofoo}INBOX folder-collections="INBOX Folders" {192.168.1.25/user=foofoo}inbox/[], "Mailbox Folders" {192.168.1.25/user=foofoo}[] default-fcc="{192.168.1.25/user=foofoo}Sent Items" postponed-folder={192.168.1.25/user=foofoo}Drafts customized-hdrs=From: Foo Foo <foofoo@foofoo.org> ldap-servers=192.168.1.100 "/base=/impl=1/rhs=0/ref=0/nosub=0/type= /srch=contains/time=/size=/cust=/nick=/matr=/catr=/satr=/gatr=" rsh-open-timeout=0 |
NOOT: Als je SMTP Authenticatie wilt proberen met de bovenstaande configuratie dan zou je:
smtp-server=192.168.1.25 |
smtp-server=192.168.1.25/user=foofoo |
Deze configuratie is van invloed voor alle gebruikers op het systeem en er is wat meer werk voor nodig op het zo in te stellen. Alleen een UNIX SysAdmin zou zich moeten wagen aan deze configuratie.
NOOT: Voor de correcte werking van deze configuratie, moet de Microsoft domein account informatie worden gesynchroniseerd met de Unix account informatie (d.w.z gebruikersnamen en full names moeten overeenkomen).
Kijkend naar de standaard aangeleverde informatie zou je op moeten vallen dat "Printed Name", en "Account/User Name" nu zijn gegeneraliseerd. Bij het verwijderen van "Printed Name" uit het configuratiebestand zal Pine standaard de persoonlijke naam gebruiken die is te vinden in het bestand /etc/passwd. Voor "Account/User Name" kun je "${USER}" gebruiken, welke verwijst naar de omgevingsvariabele waarin de loginnaam van de gebruiker is opgeslagen. Daarmee krijg je de volgende configuratie:
user-domain=foofoo.org smtp-server=192.168.1.25 inbox-path={192.168.1.25/user=${USER}}INBOX folder-collections="INBOX Folders" {192.168.1.25/user=${USER}}inbox/[], "Mailbox Folders" {192.168.1.25/user=${USER}}[] default-fcc="{192.168.1.25/user=${USER}}Sent Items" postponed-folder={192.168.1.25/user=${USER}}Drafts #customized-hdrs=From: Foo Foo <foofoo@foofoo.org> ldap-servers=192.168.1.100 "/base=/impl=1/rhs=0/ref=0/nosub=0/type= /srch=contains/time=/size=/cust=/nick=/matr=/catr=/satr=/gatr=" rsh-open-timeout=0 |
NOOT: In deze configuratie becommentariëren we de instelling "customized-hdrs" omdat we willen dat de gebruikersinformatie wordt opgehaald uit het /etc/passwd bestand.
De laatste stap in deze configuratie bestaat uit het bepalen of de instellingen in /etc/pine.conf of /etc/pine.conf.fixed worden geplaatst. Die keuze is aan jou en is afhankelijk van de hoeveelheid controle die je aan de gebruikers over wilt laten. Als in het bedrijf waar je werkt alleen gebruik wordt gemaakt van Exchange, dan worden de instellingen wellicht allen in fixed geplaatst, maar dan kunnen gebruikers Pine voor niets anders gebruiken. Denk eraan dat als je iets in pine.conf.fixed zet, de gebruiker niet de keuze heeft de optie te wijzigen.
Wanneer je Pine voor de eerste maal opstart met je nieuwe configuratiebestand (Je kunt de opdracht 'pine -p .pinerc.new-config' gebruiken als je er meerdere hebt), dan zal Pine automatisch proberen een verbinding te maken met de Exchange/IMAP-server. Na de totstandkoming van de verbinding, zal het je vragen om je wachtwoord waarbij het gebruik maakt van de opgegeven gebruikersnaam in het configuratiebestand. Dit zal je login wachtwoord voor het netwerk zijn in het Microsoft domein. Zodra je bent geautoriseerd, kun je aan de slag.
Wanneer je je folder lijst voor het eerst opent, zou je drie folderverzamelingen te zien moeten krijgen. Inkomende Folders(INBOX), INBOX Folders(persoonlijke folders), en Mailbox Folders gespecialiseerde folders).
Ook al is dit geen Pine-HOWTO, er is toch iets waar ik je op wil wijzen wanneer het gaat over het navigeren door folders. Wanneer je bij het bekijken van de inhoud van een folder de lijst met berichten in de folder wilt zien, dan druk je de "ENTER" toets in. Wil je de lijst met folders (subdirectory's) in de folder zien, dan druk je de ">" toets in. Als je meer informatie over het gebruik van Pine wilt, kijk dan op de website ervan (zie Bronnen).
Wanneer je gebruik makend van de standaardconfiguratie die in dit voorbeeld werd geleverd, een nieuw bericht samenstelt en een naam in de "To:" regel typt, zal Pine eerst in het lokale adresboek zoeken naar de bijnaam. Vindt het deze niet, dan zal het standaard een LDAP query uitvoeren, waarbij het gebruik maakt van de standaardnaam die je als zoekstring intikte. Afhankelijk van de snelheid van de LDAP-server, zou je relatief snel een reactie moeten krijgen. Uit het resultaat kun je het veld kiezen waar je naar op zoek was en verdergaan met het schrijven van je e-mail.
NOOT: Typ je een e-mailadres in de "To:" regel, dan zal het geen LDAP zoekopdracht of enig andere zoekopdracht in een adresboek uitvoeren (dwz. gebruiker@smtp.email.org).
Wil je gewoon een zoekopdracht uitvoeren zonder een nieuw bericht samen te stellen, dan kun je direct naar je adresboek gaan, de LDAP server selecteren en de zoekstring van daaruit intikken (dwz (M)ain, (A)ddressbook).
Voor het geval dat je niet wilt dat Pine elke keer dat je een nieuw bericht samenstelt een automatische LDAP zoekopdracht uitvoert, kun je de parameter "/impl=1" in de "ldap-server" instelling wijzigen in "/impl=0". Hiermee kun je een handmatige LDAP query uitvoeren als je dat wilt.