Een `alias' is een manier om een pseudo-adres in te stellen dat mail simpelweg doorstuurt naar een ander (enkel) adres. Er bestaan twee soorten aliassen: MUA aliassen en MTA aliassen.
Een MUA alias is een alias die je instelt in je MUA als een soort persoonlijke afkorting. Andere mensen zullen deze alias niet kunnen zien of gebruiken. Je zou bijvoorbeeld:
alias esr Eric S. Raymond <esr@thyrsus.com> |
in het configuratiebestand van mutt kunnen schrijven. Wanneer mutt nu `esr' in een adresregel tegenkomt, zou het zich gedragen alsof je `esr@thyrsus.com' had ingetikt. Of je kunt `mutt esr' intikken met als resultaat dat het geëxtraheerde adres automatisch zal worden ingevuld op de `to' regel.
Een MTA alias is een alias die je MTA extraheert; het zal door iedereen te gebruiken zijn, zowel op je machine als remote. Voor het aanmaken van MTA-aliassen, moet je een systeembestand aanpassen, wat gewoonlijk maar niet altijd /etc/aliases of /etc/mail/aliases is (de lokatie is afhankelijk van je MTA). Wellicht dat het instructief is door de aliassen op je systeem te bekijken; er zouden een aantal standaardaliassen, zoals `postmaster' in moeten staan.
Het kan zijn dat de MTA je tevens de mogelijkheid biedt als doel van een alias een bestandsnaam op te geven, welke zal worden behandeld als een mailbox waaraan de mail wordt toegevoegd (dit is handig voor het archiveren van mail). Wellicht dat het doel van een alias ook een programma kan zijn, in welk geval mail naar dat alias zal worden doorgegeven aan een kopie van het programma als standaardinvoer.
Voor het instellen van MTA aliassen zijn gewoonlijk beheerdersprivileges nodig. Maar voor gebruikers is het wenselijk als ze hun eigen mail zonder tussenkomst van de beheerder kunnen doorsturen.
Ter ondersteuning hiervan, volgen de meeste MTA's sendmail's wijze en zoeken in je homedirectory naar een bestand genaamd .forward. De inhoud van dit bestand wordt geïnterpreteerd als het doel van een alias welke je mail zou moeten ontvangen. Wat het meest gebruikelijk hiervoor wordt toegepast is het doorsturen van je mail naar een account op een andere machine.
Een ander algemeen gebruik voor de .forward faciliteit is het doorgeven van je mail aan een `vacation' programma. Een vacation programma leest inkomende mail en genereert er automatisch een voorgefabriceerde mail naartoe; ze worden zo genoemd omdat de meest gebruikelijke vorm van voorgefabriceerde beantwoording is de verzender te informeren dat je op vakantie bent en dat je tot een gegeven datum niet bereikbaar bent.
Er zijn geen standaard vacation programma's universeel in gebruik. Hier zijn twee goede redenen voor: één, een dergelijk programma is erg makkelijk te schrijven als een shellscript of filter rule (zie verderop); en twee, vacation programma's werken slecht samen met mailinglijsten.
Je zou je tijdelijk van alle mailinglijsten uit moeten schrijven voordat je instelt op automatische beantwoording; anders worden alle leden van de mailinglijsten overstelpt met voorgefabriceerde berichten door je vacation programma. Dit wordt als zeer grof gedrag beschouwd en 't geeft je de garantie dat je een zeer koele ontvangst staat te wachten.
Een discussielijst is een pseudo-adres welke mail naar meer dan één gebruiker stuurt.
In zijn eenvoudigste vorm, is een discussielijst niet meer dan een MTA alias met meer dan één ontvanger. Een aantal kleine discussielijsten worden op deze manier onderhouden. Sendmail assisteert door een syntax te ondersteunen in /etc/aliases waarin de inhoud van een gegeven discusselijstbestand is opgenomen in de doelzijde van een alias. Het ziet er ongeveer zo uit:
admin-list: ":include:/usr/home/admin/admin-list" |
met het voordeel dat het admin-list bestand ergens in ruimte toegankelijk voor gebruikers kan worden beheerd (root is slechts nodig voor de oorspronkelijke instelling Een aantal andere MTA's bieden vergelijkbare features.
Deze eenvoudige lijsten worden over het algemeen `mail reflectors' genoemd. Er treden een paar problemen op met mail reflectors. Eén is dat bounce berichten van mislukte pogingen naar broadcast naar alle gebruikers gaan. Een ander is dat alle aan- en afmeldingen handmatig moeten worden bijgehouden door de beheerder van de mailinglijst.
Een soort software genaamd een discussielijstmanager is ontwikkeld om iets aan deze problemen en daaraan gerelateerde problemen te doen. De belangrijkste functie ervan is gebruikers van mailinglijsten zonder tussenkomst van de beheerder van de lijst toe te staan zich op de lijst aan- en af te melden.
Een discussielijstmanager houdt zelf de informatie over gebruikerslijsten bij en maakt een verbinding met de MTA via een programma-alias in /etc/aliases. Als bijvoorbeeld de admin-list van hiervoor via de discussielijstmanager SmartList gaat op een sendmail systeem, dan zou een deel van /etc/aliases er zo uit kunnen zien:
admin-list: "|/usr/home/smartlist/bin/flist admin-list" admin-list-request: "|/usr/home/smartlist/bin/flist admin-list-request" |
Dit zijn bijelkaarhorende aliassen. Het is bij echte discussielijsten gebruikelijk dat ze beschikken over een aanvraagadres welke wordt gebruikt voor de verzoeken van gebruikers voor de aan- en afmelding. Het wordt als grof en onwetend beschouwd het aan-/afmeldingsverzoek naar het hoofdadres van een dergelijke lijst te zenden -- doe het niet.
De robot achter het aanvraagadres biedt wellicht nog andere features behalve het gewoonweg aan-/afmelden. Het kan zijn dat het reageert op hulpverzoeken, je de mogelijkheid biedt te vragen wie zich op de lijst hebben aangemeld, of je automatisch toegang geeft tot archieven van de lijst. Het kan ook zijn dat beheerders van de lijst beperkingen kunnen opleggen aan bepaalde leden, de lijst op automatisch aanmelden in kunnen stellen voor die niet-leden die voor het eerste posten, of diverse beveiligingsopties voor gedragslijnen instellen. Discussielijstmanagers verschillen hoofdzakelijk in het ontwerp en de hoeveelheid van deze bijkomende features.
Helaas is het formaat voor het versturen van opdrachten naar robots die verzoeken voor een bepaalde discussielijst afhandelen niet standaard. Een aantal daarvan verwacht opdrachten in de onderwerpregel, een aantal negeert de opdrachtregel en verwacht dat de opdrachten in het berichtenvenster staan. Let op het antwoordbericht dat je krijgt wanneer je je voor het eerst inschrijft; het is verstandig dergelijke mail op te slaan in een aparte mailbox voor latere referentie.
De belangrijkste discussielijstmanagers zijn majordomo, listserv, listproc, en smartlist; majordomo is bij een aanzienlijke groep de populairste. mailman, een lijstmanager met een nogal fraaie webgeöriënteerde signon/signoff/beheer interface, is recent zeer populair geworden en wellicht dat het de oudere programma's gaat vervangen. Er bestaat een tamelijk uitgebreide lijst met dergelijke packages op het Web.
Raadpleeg de informatiebronnen op de List-Managers Mailing Lijst, waaronder de FAQ voor meer informatie over discussielijstmanagers (noot: deze lijst is niet geschikt voor vragen over hoe je iets kunt doen).
Eem mailfilter is een programma dat tussen jou en je lokale delivery agent in staat en automatisch mail herverzendt of verwerpt nog voordat je het hebt gezien.
Mailfilters hebben een aantal gebruiksmogelijkheden. De belangrijkste daarvan zijn het filteren van spam, het uit de weg ruimen van meerdere mailboxen per onderwerp of afzender, en het automatisch beantwoorden van mail.
Kenmerkend stel je het filteren van mail in door een programma-alias te plaatsen in het .forward bestand voor het filterprogramma en schrijft een bestand met filterregels. Het formaat en de lokatie van het bestand met filterregels varieert tussen de verschillende filterprogramma's.
Er zijn goede opsommingen van de mogelijkheden van de drie belangrijkste mailfilters (procmail, mailagent, en deliver) in deel 3 van Chris Lewis's Email Software Survey. De populairste hiervan is (ondanks zijn nogal lastige regel syntax) procmail, dat in het algemeen op Linux systemen aanwezig is (en inderdaad, gewoonlijk wordt gebruikt als local delivery agent van het systeem).
A mail filter is a program that sits between your local delivery agent and you, automatically dispatching or rejecting mail before you see it.
Spam is ook wel bekend als `UCE' (Unsolicited Commercial Email) of `UBE' (Unsolicited Bulk Email). Zoals deze namen al impliceren is het een onaangename vorm van adverteren die je mailbox met formele brieven opvult. (De term `spam' komt van een Monty Python's Flying Circus die afgegeven op een koor Vikings eindeloos de eentonige melodie "Spam spam spam spam..." herhaalt).
De meeste spam lijkt te bestaan uit verzoeken voor pyramide schema's, advertenties voor pornografie, of (ergelijke) pogingen spam-zendende programma's te verkopen. Een paar individuele spams (zoals MAKE MONEY FAST of de Craig Shergold briefkaart poets) zijn zo hardnekkig dat ze legendarisch zijn. Spam is geneigd zowel woordenrijk als ongeletterd te zijn. Het is tijdverspilling en een zeer hoge mate van verkwisting van bandbreedte.
De spam epidemie lijkt z'n hoogtepunt midden-1997 te hebben gehad en is sindsdien langzaam afgenomen, maar kan nog steeds een serieuze ergernis zijn. Als je met spam wordt overstelpt, zorg dan dat je er kennis over op doet. Blader door de "Fight Spam on the Internet!" pagina. De "Death To Spam!" pagina is in het bijzonder effectief in methoden voor het stoppen of achterhalen van spam.