Verder Terug Inhoud

9. Hoe de pro's het doen

Misschien dat je opmerkt dat de bootdisks die door belangrijke distributies zoals Slackware, RedHat of Debian geraffineerder lijken dan wat in dit document is beschreven. Professionele distributie bootdisks zijn op dezelfde principes gebaseerd als hierin is uiteengezet, maar investeren in diverse truuks omdate hun bootdisks aanvullende vereisten hebben. Ten eerste moeten ze kunnen werken met een brede variëteit aan hardware, dus moeten er een interactie met de gebruiker plaats kunnen vinden en moet het mogelijk zijn diverse device-drivers te laden. Ten tweede moeten ze zodanig zijn geprepareerd dat ze met vele verschillende installatie-opties werken, met diverse graden van automatisering. Als laatste combineren distributie bootdisks gewoonlijk installatie en rescue mogelijkheden.

Een aantal bootdisks gebruikt een mogelijkheid genaamd initrd (initial ramdisk). Dit mogelijkheid werd zo rond 2.0.x geïntroduceerd en maakt het mogelijk een kernel in twee fasen te booten. Wanneer de kernel als eerste boot, laadt het een initiële ramdisk image vanaf de bootdisk. Deze initiële ramdisk is een root-bestandssysteem waarop een programma staat dat wordt uitgevoerd voordat het feitelijke root fs wordt geladen. Dit programma inspecteert gewoonlijk de omgeving en/of vraagt de gebruiker diverse bootopties te selecteren, zoals het device van waaraf de echte rootdisk te booten. Het laadt typisch extra modules die niet in de kernel zijn gebouwd. Wanneer dit initiële programma beëindigt, laadt de kernel het feitelijke root-image en wordt het booten normaal Zie /usr/src/linux/Documentation/initrd.txt en ftp://elserv.ffm.fgan.de/pub/linux/loadlin-1.6/initrd-example.tgz voor verdere informatie over initrd.

Wat volgt zijn samenvattingen van hoe de installatiedisks van iedere distributie schijnen te werken, gebaseerd op het inspecteren van hun bestandssystemen en/of source-code. We garanderen niet dat deze informatie volledig accuraat is, of dat ze niet zijn gewijzigd sinds de vermelde versies.

Slackware (v.3.1) gebruikt een recht-door-zee LILO-boot vergelijkbaar met wat is beschreven in sectie Transporteren van de kernel met LILO. De Slackware bootdisk drukt een opstartmelding af (``Welcome to the Slackware Linux bootkernel disk!'') door gebruik te maken van LILO's message parameter. Hiermee wordt de gebruiker geïnstrueerd zonodig een bootparameterregel in te voeren. Na het booten wordt een root-bestandssysteem geladen vanaf een tweede disk. De gebruiker roept een setup script aan waarmee de installatie wordt gestart. Slackware vorziet in vele verschillende kernels in plaats dat het gebruik maakt van een modulaire kernel en het hangt van de gebruiker af degene te selecteren die overeenkomt met zijn of haar hardwarebenodigdheden.

RedHat (v.4.0) maakt ook gebruik van een LILO-boot. Het laadt een gecomprimeerde ramdisk op de eerste disk, waarmee een aangepast init programma wordt uitgevoerd. Dit programma ondervraagt voor drivers en laadt vervolgens extra bestanden vanaf een supplemental disk als dit nodig is.

Debian (v.1.3) is waarschijnlijk het meest geraffineerd van de installatie diskssets. Het maakt gebruik van de SYSLINUX loader om diverse load opties te regelen, vervolgens gebruikt het een initrd image om de gebruiker door de installatie te leiden. Het schijnt zowel gebruik te maken van een aangepaste init als een aangepaste shell.


Verder Terug Inhoud