Na de server te hebben geconfigureerd, is de client een makkie. In het bestand "/etc/ppp/options" komt een enkele regel voor:
#/etc/ppp/options lock |
De seriële poort op mijn client is "/dev/ttyS0" (COM1), dus moet ik ook een bestand "/etc/ppp/options.ttyS0" aanmaken:
#/etc/ppp/options.ttyS0 115200 crtscts local user zaphod noauth |
Slechts een paar nieuwe opties in dit bestand. Merk op dat de snelheid op de server en client hetzelfde moet zijn (hier is dat 115200). Met "user zaphod" is de gebruikersnaam op de client gespecificeerd. Deze gebruikersnaam moet corresponderen met een regel in het bestand "/etc/ppp/pap-secrets" van de client en het moet een geldige gebruikersnaam op de server zijn. De optie "noauth" geeft aan dat de peer (server) zichzelf niet bekend hoeft te maken aan de client.
Als laatste: het instellen van de clientnaam (gebruikersnaam) en de sleutel (het wachtwoord) in het bestand "/etc/ppp/pap-secrets":
#/etc/ppp/pap-secrets # Secrets for authentication using PAP # client server secret IP addresses zaphod * gargleBlaster |
Dus de gebruiker "zaphod" gebruikt het wachtwoord "gargleBlaster", wat hem toegang zou moeten geven tot het systeem. Deze bestanden bevatten gevoelige informatie, dus zorg dat je de permissies correct instelt.
Wat als je een verbinding wilt maken met een Windows server? Ook hier hebben we de optie "connect" nodig en een chatscript. Voeg de volgende regel toe aan het bestand "/etc/ppp/options.ttyS0":
connect chat -v -f /etc/ppp/scripts/winserver.chat |
Maak ook het chatscript "/etc/ppp/script/winserver.chat" aan:
TIMEOUT 10 '' CLIENT\c |
Dit zorgt ervoor dat de client de "CLIENT" string stuurt voordat geprobeerd wordt de PPP-verbinding te starten.
Om met windows een verbinding te maken met de server, gebruik je het programma Directe kabelverbinding, en stel je het in als "guest". Om met de windows client op volledige snelheid een verbinding te maken, zul je de communicatiesnelheid van de directe kabelverbinding moeten wijzigen. Hiervoor ga je naar Control Panel->Systeem->Device Manager->Modems en selecteert de seriële kabel. Ga verder met de 'modem' optie en selecteer een maximumsnelheid van 115200 of waarop je linux computer dan ook is ingesteld. Nu is het van belang dat je in dit stadium je computer opnieuw opstart, anders zal het niet werken (tenminste niet met Microsoft Windows 95, versie A), wat betreft andere versies ben ik daar niet zeker van.
Vreemd genoeg creërde ik een Linux server die een verbinding met zowel Linux als Windows computers tot stand moest brengen, dus bevond ik mezelf in de vreemde situatie beide Linux systemen zodanig te moeten instellen dat ze zowel een verbinding maakten met Windows servers als clients!