Misschien dat je opmerkt dat de bootdisks die door belangrijke distributies zoals Slackware, RedHat of Debian geraffineerder lijken dan wat in dit document is beschreven. Professionele distributie bootdisks zijn op dezelfde principes gebaseerd als hierin is uiteengezet, maar investeren in diverse truuks omdate hun bootdisks aanvullende vereisten hebben. Ten eerste moeten ze kunnen werken met een brede variëteit aan hardware, dus moeten er een interactie met de gebruiker plaats kunnen vinden en moet het mogelijk zijn diverse device-drivers te laden. Ten tweede moeten ze zodanig zijn geprepareerd dat ze met vele verschillende installatie-opties werken, met diverse graden van automatisering. Als laatste combineren distributie bootdisks gewoonlijk installatie en rescue mogelijkheden.
Een aantal bootdisks gebruikt een mogelijkheid genaamd initrd
(initial ramdisk).
Dit mogelijkheid werd zo rond 2.0.x geïntroduceerd en maakt het
mogelijk een kernel in twee fasen te booten. Wanneer de kernel als eerste
boot, laadt het een initiële ramdisk image vanaf de bootdisk.
Deze initiële ramdisk is een root-bestandssysteem waarop een
programma staat dat wordt uitgevoerd voordat het feitelijke root fs wordt
geladen. Dit programma inspecteert gewoonlijk de omgeving en/of vraagt
de gebruiker diverse bootopties te selecteren, zoals het device van waaraf
de echte rootdisk te booten. Het laadt typisch extra modules die niet in de
kernel zijn gebouwd. Wanneer dit initiële programma beëindigt,
laadt de kernel het feitelijke root-image en wordt het booten normaal
Zie /usr/src/linux/Documentation/initrd.txt en
ftp://elserv.ffm.fgan.de/pub/linux/loadlin-1.6/initrd-example.tgz
voor verdere informatie over initrd
.
Wat volgt zijn samenvattingen van hoe de installatiedisks van iedere distributie schijnen te werken, gebaseerd op het inspecteren van hun bestandssystemen en/of source-code. We garanderen niet dat deze informatie volledig accuraat is, of dat ze niet zijn gewijzigd sinds de vermelde versies.
Slackware (v.3.1) gebruikt een recht-door-zee LILO-boot vergelijkbaar met
wat is beschreven in sectie
Transporteren van de kernel met LILO. De Slackware bootdisk drukt een opstartmelding af
(``Welcome to the Slackware Linux bootkernel disk!
'') door gebruik
te maken van LILO's message
parameter.
Hiermee wordt de gebruiker geïnstrueerd zonodig een bootparameterregel
in te voeren. Na het booten wordt een root-bestandssysteem geladen vanaf
een tweede disk. De gebruiker roept een setup
script aan waarmee
de installatie wordt gestart. Slackware vorziet in vele verschillende
kernels in plaats dat het gebruik maakt van een modulaire kernel en
het hangt van de gebruiker af degene te selecteren die overeenkomt met
zijn of haar hardwarebenodigdheden.
RedHat (v.4.0) maakt ook gebruik van een LILO-boot. Het laadt een
gecomprimeerde ramdisk op de eerste disk, waarmee een aangepast
init
programma wordt uitgevoerd.
Dit programma ondervraagt voor drivers en laadt vervolgens extra
bestanden vanaf een supplemental disk als dit nodig is.
Debian (v.1.3) is waarschijnlijk het meest geraffineerd van de
installatie diskssets.
Het maakt gebruik van de SYSLINUX loader om diverse load opties
te regelen, vervolgens gebruikt het een
initrd
image om de gebruiker door de installatie te
leiden. Het schijnt zowel gebruik te maken van een aangepaste init
als een aangepaste shell.