Zoals in bijna iedere programmeertaal, kun je functies gebruiken om stukken code op een wat logischer wijze te groeperen of te oefenen in de goddelijke kunst van recursie.
Het declareren van een functie is slecht een kwestie van het schrijven van function mijn_func { mijn_code }.
Het aanroepen van een functie is net als het aanroepen van ieder ander programma, je tikt gewoon de naam ervan in.
#!/bin/bash
function quit {
exit
}
function hello {
echo Hello!
}
hello
quit
echo foo
In de regels 2-4 staat de 'quit' functie. In de regels 5-7 staat de 'hello' functie. Als je er niet geheel zeker van bent wat dit script doet, probeer het dan uit!
Merk op dat functies niet in een specifieke volgorde hoeven te staan.
Bij het uitvoeren van het script, zal je bemerken dat als eerste de functie 'hello' wordt aangeroepen en ten tweede de 'quit' functie en de functie komt nooit bij regel 10.
#!/bin/bash
function quit {
exit
}
function e {
echo $1
}
e Hello
e World
quit
echo foo
Dit script is bijna identiek aan het voorgaande script. Het belangrijkste
verschil is de functie 'e'. Deze functie drukt het eerste argument dat het
ontvangt af. Argumenten binnen functies worden op dezelfde wijze behandeld
als argumenten die aan het script worden gegeven.