In dit hoofdstuk behandelen we de overige bestanden die veranderd moeten worden zodat de DNS-server wordt opgestart en door het lokale systeem wordt gebruikt.
Om ervoor te zorgen dat de DNS-server bereikbaar is voor het netwerk
moet hij natuurlijk wel opgestart worden bij het starten van het systeem.
Hiervoor passen we de opstart-scripts aan. Deze bevinden zich bij de
Slackware distributie in de directory /etc/rc.d.
Waar ze bij jouw staan is
afhankelijk van de distributie die je gebruikt. Helaas is de naam van de
opstartscripts niet gelijk. Ik zal ter informatie bij de scripts die we
veranderen neerzetten in welk runlevel ze worden aangeroepen, misschien
dat je dan zelf wel weet welk bestand je moet veranderen.
Om ervoor te zorgen dat bind wordt gestart bij het starten van het systeem
passen we het bestand rc.inet2
aan. Dit opstartscript wordt aangeroepen
zodra het systeem "multi-user" gaat. Dit is runlevel 3.
Vanuit dit script worden alle services gestart, dus als je het bestand
doorloopt hoef je eigenlijk alleen maar te kijken of er meerdere
"deamons" in worden gestart.
We voegen aan dit bestand de volgende regel toe :
if [ -f /usr/sbin/named ]; then
echo -n " named"
/usr/sbin/named
fi
Deze regels zorgen ervoor dat er gekeken wordt of named (bind) bestaat en zo ja dan wordt hij gestart. Dit is alles, als het systeem nu onverhoopt herstart wordt dan zal bind keurig weer gestart worden.