Antwoord: Of je nu een init, in de stijl van BSD of SysV (Redhat™ bijvoorbeeld) gebruikt, je kunt het altijd opnemen in /etc/rc.d/rc.local. Dit heb ik op mijn SysV init systeem (Redhat™ 3.0.3 en 4.0):
Mijn /etc/rc.d/rc.local: (gewijzigd om de relevante onderdelen te laten zien)
#instellen van de IP-alias interfaces echo "Instellen van 172.16.3.1, 172.16.3.10, 172.16.3.100 IP Aliassen ..." /sbin/ifconfig lo 127.0.0.1 /sbin/ifconfig eth0 up /sbin/ifconfig eth0 172.16.3.1 /sbin/ifconfig eth0:0 172.16.3.10 /sbin/ifconfig eth0:1 172.16.3.100 #instellen van de routes echo "Instellen van IP-routes ..." /sbin/route add -net 127.0.0.0 /sbin/route add -net 172.16.3.0 dev eth0 /sbin/route add -host 172.16.3.1 eth0 /sbin/route add -host 172.16.3.10 eth0:0 /sbin/route add -host 172.16.3.100 eth0:1 /sbin/route add default gw 172.16.3.200 # |
Antwoord: Maak (als deze nog niet bestaat) bijvoorbeeld een bestand met de naam /etc/mynames.cw aan. Het bestand hoeft niet persé deze precieze naam te hebben noch in de /etc directory te staan.
Plaats in dat bestand de officiële domeinnamen van de aliased IP-adressen. Als deze aliased IP-adressen geen domeinnaam hebben, dan kun je het IP-adres zelf plaatsen.
Het bestand /etc/mynames.cw zou er ongeveer zo uit kunnen zien:
# /etc/mynames.cw - plaats hier alle aliassen voor je machine; # is commentaar domain.one.net domain.two.com domain.three.org 4.5.6.7 |
Voeg in het bestand sendmail.cf het volgende toe, daar waar het een file class macro Fw definieert:
################## # local info # ################## # bestand met hostnamen voor wie we mail ontvangen Fw/etc/mynames.cw |
Daarmee zou het moeten lukken. Test de nieuwe instelling uit door sendmail in testmode aan te roepen. Hieronder volgt een voorbeeld:
ganymede$ /usr/lib/sendmail -bt ADDRESS TEST MODE (ruleset 3 NOT automatically invoked) Enter < ruleset> < address> > 0 me@4.5.6.7 rewrite: ruleset 0 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7 rewrite: ruleset 98 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7 rewrite: ruleset 98 returns: me @ 4 . 5 . 6 . 7 rewrite: ruleset 97 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7 rewrite: ruleset 3 input: me @ 4 . 5 . 6 . 7 rewrite: ruleset 96 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 > rewrite: ruleset 96 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . > rewrite: ruleset 3 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . > rewrite: ruleset 0 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . > rewrite: ruleset 98 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . > rewrite: ruleset 98 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 7 . > rewrite: ruleset 0 returns: $# local $: me rewrite: ruleset 97 returns: $# local $: me rewrite: ruleset 0 returns: $# local $: me > 0 me@4.5.6.8 rewrite: ruleset 0 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8 rewrite: ruleset 98 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8 rewrite: ruleset 98 returns: me @ 4 . 5 . 6 . 8 rewrite: ruleset 97 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8 rewrite: ruleset 3 input: me @ 4 . 5 . 6 . 8 rewrite: ruleset 96 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 96 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 3 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 0 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 98 input: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 98 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 95 input: < > me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 95 returns: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 0 returns: $# smtp $@ 4 . 5 . 6 . 8 $: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 97 returns: $# smtp $@ 4 . 5 . 6 . 8 $: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > rewrite: ruleset 0 returns: $# smtp $@ 4 . 5 . 6 . 8 $: me < @ 4 . 5 . 6 . 8 > > |
Merk op dat toen ik me@4.5.6.7 testte, het de mail op de lokale machine bezorgde, terwijl me@.4.5.6.8 uit handen werd gegeven aan de smtp mailer. Dat is de juiste response.
Alles is nu ingesteld.